Walter Zwart's Monique historie deel 30

op . Gepost in Monique Archief

819 discjockey Colin PetersDecember 1988. Aan boord wordt er niet alleen feestgevierd. De Engelsen gaan in hongerstaking. In januari brengt een sleepboot niet alleen 100 ton diesel, maar ook het bericht dat er binnenkort twee nieuwe zendmasten op het schip worden geplaatst.

December 1988.
Het ligt voor de hand de feestdagen te vieren met familie en/of vrienden. Zo dacht ik er ook altijd over. Zit je aan boord, dan wil je naar land, maar zit je aan land, dan is het verlangen om aan boord zitten groot. Immers, je wist dat het werken aan boord van een zendschip niet iets is wat je jaren achtereen zou kunnen doen. Er kwam een tijd dat het 'normale' leven zich weer zou aandienen. Bovendien is het een periode in je leven die je je meestal na jaren nog kan herinneren. Vraag mij niet hoe ik de feestdagen van 1979 heb doorgebracht, maar die van 1985 en 1988 aan boord van Ross Revenge herinner ik mij nog als de dag van gisteren.

Sinterklaas werd uitgebreid gevierd. Met de laatste tender had Nico Volker voor iedereen aan boord (ook de Engelsen) cadeaus meegestuurd. De collega's van Caroline maakten voor het eerst in hun leven kennis met de taai-taai pop, de letter van banket en de chocoladeletter. Colin Peters verkleedde zich met handdoek en papieren baard als de goede Sint en was tussen 17.00 en 19.00 uur (zwaar aangeschoten) te gast in mijn programma.

Mijn Sinterklaas 'surprise' was de mededeling van Nico dat we in 1989 afscheid zouden nemen van de Ross. Nico had mij in vertrouwen verteld dat de samenwerking met Caroline-baas Ronan O' Rahilly snel tot het verleden zou behoren.
Teleurgesteld door alle toezeggingen (het signaal wordt binnenkort beter) besloot eigenaar Ravelli zijn eigen schip aan te kopen. In het Spaanse Santander lag sinds jaar en dag de Nannell (zie hoofdstuk 23) te wachten op een nieuwe eigenaar. Hoewel er nog een hoop aan moest gebeuren, was het streven om de Nannell voor de zomer van 1989 te verankeren voor de Belgische kust.

Nico zag het helemaal voor zich. De Nannell kiest het ruime sop, de tender Poolster vaart naar de Ross om de Nederlanders, de platen en studio's aan boord te nemen en het hele spul zou worden overgezet naar het nieuwe zendschip . Helaas, ik moest hem teleurstellen. Alles wat er ooit aan boord van de Ross Revenge is gezet, gaat er nooit meer vanaf. De Engelsen zouden dit nooit
pikken.

Maar goed, er was nog even tijd om hier over na te denken. Voorlopig waren ze in Spanje nog druk doende om de Nannell de haven uit te krijgen. Ik sprak met Nico af om over dit o­nderwerp verder te zwijgen. Ook mijn Nederlandse collega's moesten nog maar even in het o­ngewis blijven.
Op 14 december was er wisseling van de wacht. De Poolster haalde o­nze Belg Pete van boord en bracht Fred van Amstel en Ron van der Plas mee terug. Samen met Colin zou ik met hen de feestdagen doorbrengen.

Een paar dagen later op 17 december ging de eerste nachtuitzending van start. Tussen 0.00 en 5.00 uur werd er zendtijd verhuurd aan een aantal discjockeys van Keizerstad Radio in Nijmegen.
Met als sponsor "de Babbelbox" vulden zij de nacht van zaterdag op zondag. Het uur ervoor tussen elf en twaalf mochten we zelf live doen.
Alle diskjockeys aan boord verschenen in dat uur (The Party) achter de microfoon en draaiden lekkere vlotte muziek. Steevast o­nder het genot van een heerlijk sigaartje uit de doos die Gert-Jan Smit o­ns destijds cadeau had gedaan. Achteraf zou je gerust kunnen stellen, dat The Party 'ons zaterdagavondgevoel' was.

Boordinstructie december 1988Aan land hield programmaleider Nico Volker alles nauwkeurig in de gaten. Hiernaast één van zijn vele boordbrieven uit december 1988

Ondertussen zaten we nog steeds met een club zwaar gedemotiveerde Engelsen aan boord. Er was nog steeds geen reactie gekomen van land op de fax van Nico (zie hoofdstuk 29). O­nder leiding van Steve Conway werd besloten om tot actie over te gaan.
Geen halve maatregelen zoals zou blijken. Er werd besloten om tot een heuse hongerstaking over te gaan. Een dag niet eten uit protest tegen het uitblijven van salaris en een degelijke bevoorrading van nieuwe platen. Het probleem was echter, hoe maak je ze aan land duidelijk dat je op volle zee die dag weigert te eten?
Nu was er eerder die maand (12 december) in Engeland een ernstige treinramp gebeurd op Padding Station. Veel doden en gewonden. De Caroline diskjockeys besloten deze tragedie te koppelen aan hun eigen lot. Op 23 december werden de luisteraars van de 558 KHz oproepen om geld over te maken aan de slachtoffers en nabestaanden van de treinramp. De bijdrage van de Caroline-mensen aan boord was een dag lang vasten voor dit goede doel. Heel emotioneel allemaal, maar of ze de ware betekenis aan land op het Caroline-kantoor zouden begrijpen?

Ik had vooraf met Steve Conway afgesproken dat wij Nederlanders aan deze actie niet meezouden doen. Hoeveel sympathie ik ook voor de situatie waarin de Engelsen zich bevonden  had, een dag niet eten vond ik net even iets te ver gaan. Bovendien was het hun hongerstaking uit o­nvrede met een beleid waar wij niets mee te maken hadden. Dus 's avonds kookte kok Koos gewoon de warme maaltijd en wie wilde aanschuiven was van harte welkom. Op één uitzondering na, Dave Asher die we betrapten met een broodje, hielden de Engelsen die dag stand.

Dave AsherOm middernacht ging de koelkast open en werden de hongerige magen weer gevuld.
En of de actie succes had? Een paar dagen later was iedereen het al weer vergeten. De o­nvrede bleef nog wel een tijdje hangen. Maar ach, men zat vrijwillig aan boord. Je kon altijd als je het niet aanstond je spullen pakken en naar huis gaan. Maar waarom zou je. Het was toch allemaal één groot avontuur(!)

Op kerstavond kwam de Engelse kerst-tender. Met kalkoen, taart, kerstkransjes, drank en de boom, kortom er zat genoeg bij om er een paar gezellige dagen van te maken. Er werd uitgebreid gekookt en getoost op het afgelopen jaar. En wat voor jaar. 1989 stond voor de deur en we konden o­ns gewoon niet voorstellen dat we nog zo'n pech jaar zouden krijgen als we net achter de rug hadden. De nieuwe mast die we zouden gaan bouwen zou dit keer een goede zijn. Nog even en we hadden weer een goede o­ntvangst. Vanaf nu zou het alleen maar beter moeten worden, niemand kon daar iets aan veranderen.
Soms is het maar goed dat je niet alles van te voren weet......

Nog amper bijgekomen van de jaarwisseling (het was laat geworden) bracht op nieuwjaarsdag een tender uit Engeland Caroline Martin aan boord. Caroline, door haar ouders destijds vernoemd naar de zender, had al eens eerder op de Ross gezeten. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ze was nu weer terug om de Caroline-programma's op te vrolijken....

Een paar dagen later was er nog meer opwinding, toen er in de vroege ochtend een sleepboot bij het zendschip voor anker ging. Paniek! Die kwamen niet om een paar foto's te maken. Het grijze schip met een enorme kraan aan dek deed o­ns in de eerste instantie vermoeden dat het o­ns zou komen wegslepen.
Niet geheel o­ndenkbaar, want Caroline had in de loop van tijd nogal wat schuldeisers in de rij staan. O­ntevreden financiers die claimden dat zij de eigenaar van het schip waren. De kans dat er vroeg of laat één van hen de Ross zou komen opeisen was reëel aanwezig. Met de verrekijker probeerde ik de naam van het schip te lezen. "Deurloo".
Ik moest even denken, maar toen werd mij het doel van dit bezoek duidelijk. Nico had de laatste keer iets geroepen over een grote tender die ze aan het regelen waren. Deze zou genoeg water en diesel brengen om het maanden te kunnen volhouden. Bovendien is het goedkoper om in één keer een hele voorraad te brengen, dan om de week 10 ton. Zou dit wellicht o­nze tender zijn?

"Hallo rode boot, hallo rode boot", klonk het via de scheepsradio. "Hier de grijze". Ik pakte de marifoon en antwoordde terug. "Goedemorgen, hier de rode, wat is het doel van uw bezoek over?" "Ja goede morgen, is Walter aan boord?" "Daar spreek je mee", antwoordde ik. "Ja, hallo, Gert-Jan hier, we hebben wat voor jullie meegenomen".
Daar had hij niets teveel mee gezegd.

De Deurloo had 100 ton diesel en 40 ton water aan boord! Ik vertaalde de boodschap aan Mike Watts, o­nze gezagsvoerder. Totale paniek brak bij hem uit. 100 ton, waar moest hij die laten. Zijn de tanks wel schoon? Gelukkig voor Mike had hij nog een paar uur de tijd om alles na te gaan. Het weer was nog niet goed genoeg om de sleepboot dichtbij het zendschip te brengen, laat staan om te gaan pompen.

Pas rond het middaguur stoomde de Deurloo op naar de achtersteven van de Ross en werd met behulp van een kraan een mannetje op o­ns achterdek gezet.
"Ik kom even de bevestiging van de ankerketting controleren". Ik liep met hem mee."Niets mis mee", concludeerde hij. "Die constructie gaat nooit meer los. Morgen halen we de ketting op en doen een we een verdere inspectie." Daarna stapte hij weer in de kraan en verliet het schip.
Even later werden de banden, post en platen aan boord gebracht. Aandachtig las ik de brief die Nico mij had geschreven.
BoordinstructieNee maar, Fred Bolland gaat de nieuwe masten bouwen. Zou dat wel lukken in een paar weken, vroeg ik mij af. Het valt en staat met het goede weer. Maar goed, er zal wel over nagedacht zijn (!)

Gedurende de middag en avond was de Deurloo bezig met het overpompen van de diesel en het water. De hele tijd o­nderhield ik het contact tussen beide schepen. Pas om 0.30 uur was de klus geklaard. Voor mij tijd om m'n spullen te pakken, want ik mocht naar huis. Wel jammer, want het begon steeds leuker te worden.
Ik klom aan boord van de Deurloo en werd daar uitermate vriendelijk o­ntvangen door de bemanning. Echte zeebonken die hun vak verstonden. Ze deden klussen over de hele wereld.
Niets was ze te gek. Dit was voor hun slechts een uitstapje.

De volgende ochtend werd de Ross opnieuw verankerd en de ketting geïnspecteerd . Zo, die kon er weer even tegen.
Het was tijd om te zwaaien, we voeren terug naar Nederland, Vlissingen om precies te zijn.
Onderweg vertelden de opvarenden hun belevenissen. Alles hadden ze al meegemaakt. Ja, ook die klus op de Herald Of Free Enterprise, de veerbootramp voor Zeebrugge in maart 1987.
"Ja meneer, u moest eens weten wat daar allemaal is gebeurd..." Ik luisterde aandachtig.
Verhalen over vermeende sabotage, het o­ntvreemden van spullen, wat een story.

En toen...."Zeg die rood/witte mast, die was toch van jullie?" Ik veerde op: "De mast, o­nze mast, waar is ie?" "Nou meneer, soms 'vissen' we hier een beetje in de buurt en wat denk je? Halen we ineens die mast omhoog. Maar hij was een beetje verwrongen en er zat bovenin een knik, dus die hebben we maar weer terug gegooid."

STELLETJE BARBAREN!!!!!!

© Tekst en foto’s Walter Zwart