Walter Zwart's Monique historie deel 24

op . Gepost in Monique Archief

De Ross Revenge op 11 juni 1988Dit is deel 24 van het vervolgverhaal van Walter Zwart over de radiostations aan boord van de Ross Revenge. In dit hoofdstuk: na het afbreken van de 90 meter lange zendmast wordt er aan boord van het zendschip gebouwd aan een nieuwe constructie. Eind mei 1988 komt Radio 819 voor slechts een paar dagen in de lucht.

Te weinig slaap en de avond ervoor teveel gedronken.
Zo voelde het in de vroege ochtend van 11 juni 1988, toen we de haven van Nieuwpoort uitvoeren op weg naar de Ross Revenge. Een selectief groepje mensen, waaronder Leendert en Marjo, Jan Veldkamp, Veronicafan Thijs Ammerlaan, in totaal acht personen, hadden besloten een pleziertochtje te maken naar het zendschip.
Het zou voor mij voor het eerst na twee jaar zijn dat ik mijn oude 'huis' weer zou terugzien. De laatste keer dat ik voet aan boord zette was een paar maanden na mijn vertrek bij Radio Monique tijdens een nachtelijke tendertrip in april 1986.

Aankomst bij de Ross in juni 1988Er was sinds die tijd een hoop gebeurd. De Ross was versleept van het Knock Deep naar een andere ligplaats in de South Falls Head. Een nieuwe generator van maar liefst 500 KVA was aan boord geplaatst, de zendmast was afgebroken, een nieuwe van glasfiber weer geplaatst en......weer afgebroken. Tussendoor was het zendschip ook nog eens van het anker losgeslagen.

Radio Monique was met het verlies van de 90 meter lange zendmast verledentijd. De organisatie achter de zeezender was uitgekocht door een nieuwe financier die zijn geluk wilde beproeven met uitzendingen gericht op Nederland en België. De dagelijkse leiding kwam in handen van Nico Volker. Hij was de man die in 1984 was betrokken bij het o­ntstaan van Monique, maar kort na de start (volgens zijn zeggen) buitenspel kwam te staan. Fred Bolland stond toen aan het roer en nu was het diezelfde Fred die het veld moest ruimen voor de nieuwe zenderpartner van Radio Caroline. De contracten werden getekend op 24 november 1987. De dag voor het afbreken van de zendmast!

Caroline was daarna alweer vrij snel terug in de lucht. Een noodantenne werd geplaatst tussen de brug en de voorste scheepsmast. Het resultaat was een zwak middengolfsignaal dat het vaste land maar amper kon bereiken.
Begin 1988 kwam hierin verbetering. Door op het achterdek een telescoopmast te plaatsen en de voormast te verlengen naar zo'n 30 meter, kon met een vermogen van 5 kilowatt een redelijk signaal worden geproduceerd. Een bizarre constructie was die voorste mast wel. Een lange pijp was uit het schip gezaagd en omhoog gehesen. Nog een aantal extra meters werden gewonnen door de vlaggenmast erop te lassen. Als doorvoerisolator werd een plastic regenton gebruikt.

De volgende stap was het opzetten van een nieuwe, volwaardige zendmast waarmee met 50 kilowatt kon worden uitgezonden. Zowel de Canadese financiers van Caroline als de nieuwe eigenaar van de toekomstige Nederlandstalige-service investeerden (waarschijnlijk dubbel betaald !) in deze aankoop. In april verrees er vanaf het achterdek een witte pijp van glasfiber waarop alle hoop was gevestigd.

Zendertechnicus Peter Chicago moet er vraagtekens bij hebben gezet. Ook hij had op de pakbon kunnen lezen dat het belastbaar vermogen van dit stukje techniek niet 50 maar 5 kilowatt had moeten zijn. Achter de 5 was met een pen de 0 erbij geschreven (!)

Waarschijnlijk o­nder druk vanuit Nederland, om nu maar eens eindelijk met een signaal te komen, werd de 819-zender eind mei aangezet. Terwijl Ad Roberts en Erwin v/d Bliek de plaatjes draaiden kwam de muziek niet alleen vanuit de studio, maar was ook hoorbaar uit...... de zendmast zelf. Dit alles met een 'feestelijke' steekvlam die de mast oplichtte.

Het duurde slechts een paar dagen. Op 1 juni verdween het nieuwe Nederlandse station, dat zich de naam Radio 819 had meegegeven uit de lucht. Op het achterdek bleef het restant van een verbrandde zendmast over.

Algemeen DagbladHet was nu 10 dagen later dat we o­nderweg waren naar de Ross om het met o­nze eigen ogen te aanschouwen. We voeren met de Poolster, een voormalige Urkerkotter die naast de Zeemeeuw en de Bellatrix toebehoorde aan schipper Dany, o­nze vroegere bevoorrader. Hij hield zich met dit laatste niet meer bezig. Door schade en schande wijs geworden waren zijn passagiers nu sportduikers en (zeker) geen discjockeys meer.

Voor dit tochtje konden we hem gelukkig nog strikken. Na acht uur varen kwamen we aan in de South Falls Head. De zee ging inmiddels goed tekeer, en niet veel later hingen de eersten van o­ns over de reling. Het gevoel van zeeziekte was ik vergeten, maar ik hoefde niet lang te wachten......
En daar was ze dan....de Ross Revenge.

De Poolster en de Zeemeeuw in de haven van DuinkerkenOoit het imposante zendschip waarop een mast van 90 meter pronkte, maar nu meer leek op een uit de kluitengewassen visserstrawler met te hoge masten. Wat o­nmiddellijk opviel was de slagzij die ze maakte. Door het verlies van de mast was alle stabiliteit uit het schip verdwenen. De contraballast werkte nu juist averechts. "Solid As A Rock was definitief verleden tijd....

Een blik op de achtersteven deed vermoeden alsof iemand o­nhandig met een witte pot verf was omgesprongen. Het bleek meeuwenpoep te zijn. De beestjes gebruikten het zendschip als rustplaats en lieten als dank een visitekaartje achter.
Op het achterdek was het restant te zien van de glasfibermast. Er liep en korte T-antenne tussen deze mast en de telescoopmast, bij elkaar een kleine 20 meter koperdraad. Zou dit de nieuwe constructie zijn voor Radio 819? Wij hadden zo o­nze twijfels.

Met de radio op Caroline 558 zwaaiden we naar de mensen aan boord van de Ross, die zich afvroegen of dit nu wel of niet een bevoorrading zou gaan worden. Schipper Dany hielp ze uit de dromen. Het weer was te slecht om aan te leggen en zijn nieuwe boot eraan bloot te stellen.
Zwaaien en nog eens zwaaien, daar moesten we het maar mee doen. Voor o­ns vervelend, maar nog meer voor Ad Roberts en zijn twee nieuwe collega's die al geruime tijd duimen zaten te draaien in afwachting van een nieuw signaal op 819 KHz. Zij zouden het liefst naar huis gaan.
Na een uurtje hielden we het voor gezien. We maakten nog een laatste rondje om het zendschip en aanvaarden de terugreis.

Zwaaien, zwaaien en nog eens zwaaien!Een paar dagen later was er op 819 Khz een aantal testtonen te horen. De 20 meter koperdraad produceerde een te zwak signaal om er commercieel iets mee te doen. De eigenaar van Radio 819 werd o­ngeduldig. Al maanden zat hij te wachten op zijn nieuwe zender. En dat terwijl Caroline sinds geruime tijd uitzond met een acceptabel signaal op 558 Khz.
Bovendien had hij al behoorlijk geïnvesteerd in het zendschip, echter zonder er iets voor terug te krijgen. Het lange wachten beu, kwam hij met een oplossing. En dat mocht iemand ze aan boord gaan vertellen.
En die iemand...... dat was ik.

© Tekst en foto’s Walter Zwart