De herinneringen van Harry Knipschild

op .

Harry KnipschildDe herinneringen van Harry Knipschild aan zijn periode bij Radio Veronica. "In 1957 kreeg een buurjongen van mij in Maastricht voor zijn verjaardag zijn eerste plaat cadeau, nog op 78 toeren. Het was Tutti Frutti van Little Richard. Op zijn feest werd de plaat grijs gedraaid en voor mij was dat de eerste kennismaking met de popmuziek van die tijd, de rock & roll", aldus Harry Knipschild.

Vanaf dat moment begon ik mij zeer te interesseren voor alles wat met die muziek te maken had. Ik kocht Tuney Tunes en Muziek Express en later Muziek Parade. Ik luisterde naar de weinige programma's die Hilversum in die tijd te bieden had, maar ook naar de Engels-Duitse diskjockey Chris Howland op Duitsland, en naar de legerzenders BFN en vooral AFN. En dan natuurlijk Radio Luxemburg die in de avonduren continu in de lucht was met door platenmaatschappijen gesponsorde programma's. Mijn favoriete diskjockey was Jack Jackson, die op zeer geestige wijze voor Decca Records de plaatjes aan elkaar praatte.

Decca
Decca staat nu bekend als een klassiek label, maar aan het einde van de jaren vijftig was het een o­nafhankelijke maatschappij, gevestigd in Londen, die op het London label vele tientallen kleine Amerikaanse labels vertegenwoordigde. En zo hoorde ik bij Jack Jackson de rhythm & blues hits van Ray Charles, The Drifters, The Coasters, Lavern Baker, allemaal op Atlantic. Maar ook Ernie K-Doe, Fats Domino, Hank Ballard, Buddy Holly, The Marcells, Sandy Nelson, Larry Custer, The Olympics, Duane Eddy en The Everly Brothers, om voor de vuist weg even een paar namen te noemen. In vergelijking daarmee waren de hits in Nederland meestal maar slap gedoe.

Billboard
Terwijl ik de hits op de voet volgde begon ik mij steeds meer te interesseren waar die muziek vandaan kwam, de roots dus van de popmuziek. Vandaag bestaat daar volop literatuur over, maar zo rond 1960 werd popmuziek, als er al over geschreven werd, in de gewone pers meestal alleen maar als 'vies' afgeschilderd, slecht voor de jeugd. Op de een of andere manier moest je zelf maar zien te o­ntdekken, wat je wilde weten. Dus uit allerlei hoeken en gaten haalde ik mijn informatie. Van de hoesteksten op platenhoezen, een enkel artikeltje hier en later buitenlandse muziekbladen zoals New Musical Express en Billboard. Van dat laatste blad mocht ik voor een kwartje per week het oude nummer ophalen bij platenwinkel De Harp in Maastricht, als het nieuwe gearriveerd was.

Radio City
In 1962 ging ik wis- en natuurkunde studeren in Utrecht. Toen kon ik voor het eerste Radio Veronica o­ntvangen op 192 meter. Daar genoot ik vooral van de programma's van Joost den Draayer en Tineke. Maar korte tijd later kwamen de Engelse zenders. Niet alleen Radio Caroline en Radio London. Er was nog een andere zender, die niet zo geweldig doorkwam in Utrecht. Radio City, als ik me goed kan herinneren. Ik begreep dat dat station niet van een schip uitzond maar vanaf een of andere zandplaat in de buurt van Londen. Radio City had een aparte programmering. Natuurlijk ook de gewone hits van het moment. Maar er waren ook uurtjes die mij extra fascineerden. Daar werd exclusief aandacht besteed aan de rhythm & blues. Veel Engelse groepen kwamen aan bod, zoals de Rolling Stones, de Animals, Cyriel Davies en tegelijk, in het zelfde programma, ook John Lee Hooker, Howlin'Wolf, Little Walter, Sonny Boy Williamson. De programma's waren een soort grabbelton van de 'zwarte' (cult)hits van dat moment, de nieuwe golf van Engelse popartiesten en -groepen die in die stijl muziek maakten en de échte bluesartiesten, waar hun muziek op voortborduurde. je hoorde – ik dacht te horen – dat die muziek heel belangrijk was voor de popmuziek van toen en later.

Willem van Kooten
Ik was een grote bewonderaar van Willem van Kooten. Hij had volgens mij een zeer goed gevoel voor wat er in de muziek aan de hand was. Daarom besloot ik hem in het late voorjaar van 1964 een brief te schrijven, met zowel het verzoek om de rhythm & blues meer aandacht op Radio Veronica te geven. En met het aanbod om zelf zo'n programma op Radio Veronica te maken. Niet veel later kwam in Maastricht een briefje met een negatief antwoord. Maar de toon was niet negatief. Wij hadden in die tijd thuis nog geen telefoon. Ik besloot om bij kennissen in de straat Willem van Kooten op te bellen om mijn teleurstelling op zijn reactie te ventileren. Ik kreeg hem meteen aan de telefoon. In een vriendelijk gesprek bood ik hem aan om meteen al liftend vanuit Maastricht naar Hilversum op de Zeedijk te komen. Als student was liften in die tijd mijn belangrijkste manier van reizen. Dat leek Willem wel een goed voorstel.

Veronica's Rythm & Blues Hop
Een uur later stond ik met mijn duim langs de snelweg. Die zelfde dag arriveerde ik in Hilversum. Het duurde toen niet lang of Willem van Kooten bood mij aan om samen met hem op de maandagavond twee programma's te maken, die hij zelf zou presenteren, om te beginnen 'Rock, beat & boogie', gewijd aan de beste muziek uit het rock & roll tijdperk, en daarna gevolg door 'Veronica's rythm & blues hop', het eerste programma in Nederland met de échte 'zwarte' muziek uit Amerika. Ik had al een herkenningsmelodie in gedachten, Baby dumplings van Eddy & the Dehavelons. Dat vond Willem van Kooten en uitstekend idee. Op 7 september 1964 ging het eerste programma vanaf het schip de lucht in….

Bron: Juul Geleick / Stichting Norderney