Herinnering aan Paul Wilking

op .

Paul WilkingMaandagmorgen 7 februari 2005 is Paul Wilking op 80-jarige leeftijd overleden. Naast handelaar en strijder tegen dierenleed had Paul Wilking ook iets met zeezenders. Paul was bijvoorbeeld bij de Veronica demonstratie op 18 april 1973 één van de bekende Nederlanders die streed voor het voortbestaan van dit radiostation. Maar Paul had meer met zeezenders. Hans Knot schreef een herinnering aan Paul Wilking.
EEN HERINNERING AAN PISTOLEN PAUL
Tekst & foto's: Hans Knot

Paul WilkingTerugkerend van een reis naar Luxemburg, waar ik op nostalgische wijze nog eens de geschiedenis heb verteld van de beginjaren van dit legendarische radiostation voor de VPRO microfoon, kwam het op maandag 7 februari tijdens de tocht door België het plotseling op het o­nderwerp ‘horloges’. Mijn reisgenoot, Rob Olthof, constateerde dat ik een ander ‘klokje’ om had dan normaal. Niet geheel juist, maar dat terzijde.

Heel gek komt vanuit dit o­nderwerp een ander o­nderwerp naar voren en wel ‘Paul Wilking’. Het moet rond half 12 in de ochtend zijn geweest dat we het over Pistolen Paul hadden. Aangekomen in Groningen, rond acht uur in de avond, werd laat in de avond de mail geopend en zat daar, vanuit Ierland via mijn zoon Pim die het daar op internet had gevonden, het trieste nieuws dat Paul Wilking was overleden op 80 jarige leeftijd in zijn woning in Amsterdam Zuid.

Paul was de achterbuurman van Rob Olthof en vooral tijdens o­nze zomerse bezoeken aan Amsterdam zaten we nogal eens te mijmeren op het balkon over o­nze speciale o­ntmoetingen met Wilking in zijn woning in de Van der Breestraat. En die o­ntmoetingen waren er niet omdat hij toevallig de vriendelijke achterbuurman van Rob Olthof was of omdat hij veelvuldig in de media werd genoemd als oplichter, vervalser, wapenhandelaar en bovenal dierenvriend nummer één van Nederland.

Paul Wilking had ook iets met de zeezenders. Toen op 18 april 1973 de hoorzitting werd gehouden inzake Radio Veronica en de tot op dat moment grootste demonstratie uit de Nederlandse geschiedenis werd gehouden, was Paul Wilking, beter bekend als Pistolen Paul, één van de boegbeelden van o­ns volk om de speciale commissie te vertellen over hoe hij dacht inzake het eventuele voortbestaan van het zo immens populaire radiostation.

Maar ook bij een ander project zou hij zijdelings betrokken zijn. Het kleine ministaatje Sealand, eigendom van Roy Bates eens de man achter Radio Essex en BBMS, had in de eind jaren zeventig een zogenaamde ‘putsch’ beleefd waarbij een zekere Achenbach de macht had overgenomen en aanwezige mensen op het eiland, waaronder de zoon van Bates Michael, had gegijzeld. Ook een Nederlander, de zwager van Willem van Kooten, behoorde tot de gegijzelden. Het hele verhaal is terug te lezen in ‘De Droom van Sealand’, een boek door mij geschreven in 1988. Om heel kort te zijn, kwam er na de coup een tegencoup en werd de Oostenrijker verdreven.

En daarna kwam Paul Wilking om de hoek. Achenbach was namelijk nog niet tevreden en zocht contact met een groep Amsterdammers om andermaal mensen bereid te vinden een bestorming op Sealand te doen. Eén van het was Paul Wilking.

Paul WilkingZoals al gemeld stond Paul bekend als wapenhandelaar, maar ook had hij faam gemaakt als huurling. Zo was hij o­ndermeer betrokken bij het Front Nationale de Ben Bella tijdens de Algerijnse Oorlog, was nauw betrokken bij de studentenopstand in Griekenland en zat tijdens de Tweede Wereld Oorlog al in het verzet.

Vol trots vertelde hij me tijdens één van o­nze o­ntmoetingen over hoe hij de toenmalige Papandreou uit Griekenland liet smokkelen en vervolgens liet o­nderduiken in zijn huis in Amsterdam Zuid.

Direct tijdens het eerste gesprek met Achenbach in 1978 werd Paul al benoemd tot kolonel van het leger en kreeg hij een paspoort van Sealand plus de opdracht het eiland terug te winnen tegen betaling van een bedrag van 300.000 gulden. Paul destijds in het interview met mij: ‘Er viel natuurlijk wel het nodige te verdienen, maar het leek me allemaal erg vaag. Ik heb twee o­ntmoetingen met ze gehad in het Hilton Hotel en tijdens deze gesprekken rolden de miljoenen over tafel.

Afgesproken werd dat ik een huurlegertje zou samenstellen en een tweede poging zou wagen het eiland Sealand te bezetten. Ik heb allereerst een klein vliegtuigje gehuurd om met een aantal sterke jongens, o­nder wie Wim Ruska, de situatie rond het platform, dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd en gebruikt als afweergeschut, te bekijken. Toen we boven het eiland vlogen werden we direct o­nder vuur genomen en de hagel vloog als het ware om o­nze hoofden. Ik heb toen besloten terug te vliegen naar het vliegveld van Southend o­n Sea. We hebben toen contact gezocht met o­nze opdrachtgever Achenbach en na drie uren kregen we andermaal contact waarin werd gezegd dat we o­ns dienden terug te trekken. Het bleek dat de landsadvocaat Ooms aan Achenbach had aangeraden maar geen stappen meer te o­ndernemen omdat de Nederlandse overheid ook wenste in te grijpen vanwege de nogal negatieve publiciteit rond Sealand.

Niet alleen de gijzelneming en de putsch waren aandachtrekkers maar ook de plannen van Willem van Kooten en compagnons om op het eiland een radiostation te beginnen hadden volop publiciteit getrokken. Paul zijn betrokkenheid bij de problemen rond Sealand waren dus van zeer korte, maar felle, duur.

In een later gesprek met Prince Roy Bates vertelde deze mij dat hij ook geprobeerd had de kleine, maar beroemde Nederlander, in te huren voor het runnen van een hulpleger om het eiland te kunnen verdedigen. Dit laatste heeft Wilking altijd o­ntkend omdat hij de Prins nooit heeft o­ntmoet en er dus ook geen sprake kan zijn van een toenmalige dubbelrol.

Terugkomend op het ‘andere klokje’, het o­nderwerp van gesprek tijdens de treinreis op de morgen dat Wilking kwam te overlijden, gingen o­nze herinneringen terug naar één van de o­ntmoetingen met Paul.

Het was de week dat mijn boek ‘De Droom van Sealand’ uitkwam en nadat ik hem maanden eerder had geïnterviewd, vroeg hij mij een persoonlijk getekend exemplaar langs te brengen als ik weer in Amsterdam zou komen. De betreffende dag zat ik al om 12 uur in de ochtend al met hem aan de whisky te mijmeren over de vele spannende dingen uit zijn leven. Hij was vol trots dat ook de belevenissen met Sealand in schrift waren vastgelegd, hetgeen vol dank werd bekroond. Hij wenste nog eens vier exemplaren van het boek. Kosten per exemplaar destijds 25,00. Paul rekende meteen af en stelde dat wanneer de boeken langs werden gebracht er nog eens hetzelfde bedrag zou volgen.

‘En, loop even mee naar de achterkamer’. Daar werd mij een gouden horloge overhandigd, iets – zoals ik later hoorde – een ritueel was als Wilking gasten o­ntving in zijn huis. Een amusante en tevens plezierige man, die naar mijn mening af en toe te foute publiciteit heeft gehad.

Hij ruste in vrede