Het radioleven zoals het was (8)

op . Gepost in Mi Amigo Archief

Mi AmigoDe vergadering in Breda verliep in een dubbele sfeer. Strijdlustig om door te gaan en anderzijds ook een beetje verward, want voor het eerst waren we geconfronteerd met 'de andere kant'. Tot voor de inval van de BOB was het allemaal zo irreëel geweest. Er was een 'vijand' die we nooit hadden gezien. Nu die plotseling wel tastbaar was geworden, stonden we weer met o­nze beide voeten op de grond.

Ooit hadden we o­nszelf wijs gemaakt dat een rechter o­ns nooit zou kunnen veroordelen omdat we niet meewerkten met Radio Mi Amigo omdat we alleen maar een 'bepaalde vorm van radio maken steunden'. Geen rechtstreekse betrokkenheid bij een 'illegale' zender dus, maar 'het geëngageerd verdedigen van een radioformule'. Het artikel 10 van Het Verdrag van Rome over de Rechten van de Mens laat 'absolute vrijheid van meningsuiting toe'. Wij waren van mening dat het soort radio's als Mi Amigo moest kunnen bestaan. Dat zou o­nze verdediging zijn. Maar plots was het minder duidelijk of een rechter dat verschil wel zou begrijpen, of willen begrijpen.

AMSTERDAM LIGT GEWOON VEEL TE VER
Mi Amigo TeamZeker was dat we de studio van Pierre niet lang meer zouden kunnen gebruiken. We moesten op zoek naar een nieuwe opnameplek. Dat leek alvast minder moeilijk dan bij het prille begin van de VVVR-uitzendingen, maar toch lag de keuze niet meteen voor de hand. Eén uitzending kostte immers vele, vele uren voorbereiding en opnamewerk. o­ns team was nog altijd klein en iedereen had een andere vaste baan. De betere studio die we op dat moment op het oog hadden, die van Jacques Vandenbroek, de man van het allereerste VVVR-spotje, was ideaal, maar Jacques zelf had een goedlopende handel in huis- en keukenapparaten. Die had nauwelijks tijd om te eten en te ademen. Rob Ronder was nog steeds persona non grata, terwijl de mensen van het Free Radio Magazine, Alfred Debels en José Herps, waarmee we inmiddels waren gaan samenwerken, ook wel een studio beschikbaar hadden, maar de trip vanuit Geluwe, zelfs vanuit Breda naar Amsterdam, vele keren per week, was gewoon te ver.

MOOIE VERONICA-TRADITIE VERDER GEZET
Waar we het wel snel over eens werden, was het feit dat we als VVVR misschien minder opvallend 'andere dingen' voor Mi Amigo moesten gaan doen. In 1975 hadden we open en bloot meegewerkt aan de Mi Amigo Top 100 Aller Tijden. Radio Veronica was ooit met de traditie gestart, Radio Mi Amigo zette ze verder. Op Tweede Pinksterdag werd steevast een Top 100 uitgezonden die was samengesteld door de luisteraars. De kleine Mi Amigo-familie in Playa de Aro had zelf niet de tijd om de vele duizenden briefkaarten die werden ingestuurd te verwerken, daarom werd gevraagd of wij dat niet 'even' konden doen. Je zegt 'ja' voor je beseft waar je aan begint. De bijna drieduizend inzendingen in 1975 kwamen eerst aan in Playa de Aro, op het bekende Rado-adres.Na het afsluiten van de inzendtermijn werden ze verpakt in een grote doos en naar België gebracht. Een heel weekend lang werden alle beschikbare VVVR-medewerkers en hun vrienden en vriendinnen ingezet om te sorteren, te tellen en te rangschikken. Op maandagochtend vertrok de fax met het resultaat opnieuw richting Playa de Aro.

OPEN SOLLICTITATIE NAAR MOEILIJKHEDENMi Amigo Team

- Zoveel werk, dat verdiende extra aandacht voor de VVVR -, vond Joop Verhoof. Dus werd er wekenlang een spot gedraaid op Radio Mi Amigo die vertelde dat het station op Tweede Pinksterdag, 18 mei, de razend populaire hitlijst zou uitzenden.... - In samenwerking met de Vereniging voor Vrije Radio -, liet het spotje horen. Het had o­ns geen windeieren gelegd. Tenminste; het aantal abonnees op o­ns tijdschrift ging verder vooruit. Daarom hadden we beloofd om de verwerking van de gegevens in 1976 opnieuw te doen. In een makkelijkere vorm zelfs. Het heen en weer zeulen met de ingestuurde kaartjes tussen Spanje en België en vice versa, was immers een hele toestand gebleken. Dus waren we overeengekomen dat voor de nieuwe Top 100, de briefkaartjes met de persoonlijke top tienen van de luisteraars, gewoon rechtstreeks naar de VVVR-adressen in België en Nederland konden worden gestuurd. In de week dat de BOB bij Pierre binnenviel, liepen die spotjes net een paar dagen op de zender. Pas tijdens de vergadering in Breda realiseerden we o­ns dat we eigenlijk niet op een betere manier hadden kunnen solliciteren naar moeilijkheden met het gerecht.

PERS ZOEKT NAAR SPECTACULAIRE KANT
Maar gemaakte afspraken, daar kom je niet op terug. Het 'kwaad' was immers toch al geschied. De informercials op de zender moesten maar doorgaan tot het bittere einde. Het was zinloos om daar plots mee te stoppen, de Mi Amigo-programma's werden twee weken op voorhand getaped, en er waren er al teveel uitgezonden. Die samenwerking voor het samenstellen van de hitlijst had trouwens nog een andere achtergrond. Eentje die tot nu toe niet bekend was. De VVVR was immers ook een tijdlang verantwoordelijk voor de inhoud van de wekelijkse speeches die Stan Haag hield op zondagmiddag, 12.00 uur. Dat eerste praatje, op 2 maart 1975, was er gekomen nadat de Mi Amigo-ploeg in de Nederlandse én Belgische kranten voortdurend afgeschilderd werd als een team criminelen op de vlucht voor het gerecht. Iedere actie in de Lage Landen om vermeende medewerkers te vinden van het station, werd immers nogal spectaculair omschreven in de pers. Het gerecht trad dan ook vaak met veel machtsvertoon op. Platenzaak Spronk in Breda werd ooit letterlijk overvallen. Een kluif voor de pers die maar al te graag foto's van geboeid afgevoerde mensen afdrukte. Of beelden van overvalwagens liet zien die een wafelfabriek in het Belgische Buizingen omsingelden.

MOEDIG TERUGVECHTEN VIA DE EIGEN ZENDERMi Amigo Team
Het gevolg was dat de Mi Amigo-medewerkers in Spanje het gevoel kregen dat ze ook door het publiek helemaal verkeerd begrepen werden. Een etiket van Robin Hood opgekleefd krijgen kon nog net, maar de luisteraars mochten niet de indruk krijgen dat Stan Haag, Peter Vandam, Joop Verhoof, Bert Bennett, Maurice Bokkebroek, Stan Haag en hun respectievelijke vrouwen en vriendinnen op de vlucht waren voor het gerecht omdat ze zwaar uit de bocht waren gegaan. Per slot van rekening had niemand van hen echt een wet overtreden. Meewerken aan Radio Mi Amigo was in Spanje niet verboden. Daarom zat het hele team daar ook. En dat wilden ze dan ook duidelijk maken aan alle luisteraars. Een perscommuniqué zou gekund hebben, maar uiteindelijk koos men voor een krachtiger medium; de eigen zender. Enkele dagen op voorhand werd aangekondigd dat Stan Haag een belangrijke mededeling zou doen op 2 maart 1975 om 12.00 uur.

DRUK TELEFOONVERKEER TUSSEN PLAYA EN GELUWE
Nu waren ze in Playa de Aro wel goed in het maken van radioprograma's, het schrijven van teksten lag de jongens minder goed. - Ieder zijn ding -, dacht Sylvain Tack. Op een doordeweekse ochtend belde hij daarom naar Jean-Luc. Of hij misschien even een tekst kon schrijven die aan deze en andere voorwaarden zou moeten voldoen. Wie kon Sylvain iets weigeren in die dagen? Het werd een volmondig 'ja'. Twee uur later was de tekst klaar. Kort na de middag hing Tack opnieuw aan de lijn. De telefoon werd doorgeprikt naar de studio. Jean-Luc mocht 'zijn' tekst traag en duidelijk articulerend voorlezen. In Playa werd alles opgenomen. Lieve, de toenmalige vriendin van Peter Vandam, typte het hele verhaal uit, Stan Haag kon nog dezelfde dag zijn toespraak inblikken. De reacties na de uitzending waren enorm. De vox populi had het begrepen. Mi Amigo was zo opgelucht dat besloten werd om door te gaan met de wekelijkse toespraken. Het werd daarna een gewoonte dat Sylvain Tack op woensdag naar Jean-Luc belde, enkele gegevens doorspeelde, waarna in de namiddag het hele opname- en uitschrijfscenario zich weer herhaalde. Dat duurde enkele weken, tot de inhoud van de toespraken evolueerde naar fait divers en het kleine nieuws uit het Mi Amigo-kamp. De grappige anekdotes namen het over. Stan Haag had zoveel inspiratie voor dat soort dingen dat hij ze ter plekke uit zijn mouw schudde en de medewerking van Jean-Luc niet meer nodig was.

EVEN THE RADIOSHOW MUST GO ON
Intussen waren we tijdens o­nze vergadering nog niet echt opgeschoten. De lopende afspraken zouden worden afgewerkt en we zouden bidden voor een goede engelbewaarder. Pierre ging de lopende reeks van de 'Geschiedenis van de zeezenders' nog afweken, maar er dan o­nherroepelijk mee ophouden. Nu we dat besluit definitief genomen hadden, werden we even stil. We beseften plots dat we een stuk radiogeschiedenis, waar we zelf voor een klein deeltje aan hadden meegewerkt, bijna achter o­ns hadden. Zonder Pierre zou het immers definitief anders worden. Samen hadden we zovele oorlogen uitgevochten, al van in 1969 toen we elkaar leerden kennen tijdens de start van Radio Northsea International. But, the show must go o­n... Tijd voor dezelfde uitdaging, met andere mensen. Al wisten we nog steeds niet wie dat zouden gaan worden.

Copyright: Jean-Luc Bostyn