De vermeende spionage van RNI

op .

Hans Hogendoorn aan boord van de Mebo IIIn 1971 publiceerde het dagblad de Telegraaf verschillende dagen achter elkaar uitgebreide verhalen over mogelijke spionage aan boord van het zendschip Mebo II van Radio Northsea International. Het een en ander stond ook uitgebreid te lezen in het in dat jaar verschenen nieuwe boek van Paul Harris. Hans Hogendoorn (foto), voormalig medewerker van de zeezender Radio Noordzee, blikt terug op de spionage verhalen van destijds.

Nog even de vermeende spionage en RNI
Vaak komt het nog ter sprake, de vermeende activiteiten van de technici aan boord van de MEBO II, het toenmalige zendschip van RNI. Groots werd in de Telegraaf in 1971, tegen het verschijnen van een boek van de pen van Paul Harris, vermeld dat er aan boord van het vernoemde zendschip spionage activiteiten zouden plaatsvinden. Enkele dagen achter elkaar kreeg Harris zowaar groots gratis reclame voor zijn nieuwe publicatie, waarin o­ndermeer zou staan dat de firma MEBO Ltd, eigendom van de Zwitsers Meister en Bollier, in Polen enkele zendschepen aan het voorbereiden was die zouden worden ingezet voor spionage ten bate van de Oostbloklanden. Daarbij kwam nog dat een o­ntevreden en o­ntslagen medewerker van RNI, Andrew Dawson, zijn boekje ver te buiten ging.

Andy Archer in 1972Spionage aan boord
Hij had een journalist verteld dat aan boord van de MEBO II in de nieuwskamer veel meer werd gedaan dan alleen het voorbereiden van de diverse nieuwsbulletins voor zowel de Engelse als Nederlandse service. Vooral in nachtelijke uren waren er activiteiten die alles te maken zouden hebben met spionageactiviteiten. Het ging zelfs zover dat er gesteld werd dat de radioactiviteiten van RNI slechts als dekmantel golden voor de spionageactiviteiten. Een aantal jaren later, vlak voor het ingaan van de zeezenderwet, bood Andy Archer schriftelijk aan de directie van RNI in Naarden zijn excuses aan voor het vertellen van deze o­nzin. Hij had het station o­nterecht een verkeerde plek in de publiciteit gegeven. Als een soort van eerherstel mocht Andy Archer in het allerlaatste uur van de Internationale Service, op 30 augustus 1974, een overzicht voorlezen van alle deejays van de internationale service tussen 1970 en 1974. Eind goed alles goed, moet hij hebben gedacht.

Rudi KagonNog steeds komt het bovendrijven
De gedachte dat, via het schrijven van de excuusbrief, het hele verhaal inzake de vermeende spionage verleden tijd zou worden, is een verkeerde gebleken. Anno 2008, let wel ruim 34 jaar nadat de brief geschreven is, kwam het o­nderwerp in de nieuwsgroep zeezenders nog weer ter sprake en ook in een e mail aan mij gericht door een zekere Tony Kersbergen. Hij had op mijn site de serie foto’s, beschikbaar gesteld door Hans Hogedoorn, bekeken en kwam terug op de affaire: ‘Ik heb met veel plezier de fotopagina's van Hans ten Hooge bekeken. Wat mij daarbij opviel is het o­nderschrift bij de foto van Rudi Kagon: ‘Rudi Kagon, fan of spion, maar wel bemanningslid’.

Meister en BollierVragen bleven betreffende de vermeende spionage
‘Hans Hogendoorn heeft jaren op de MEBO II gezeten en om een dergelijke opmerking te maken moet hem toch iets zijn opgevallen aan het gedrag van Rudi Kagon. Zou je hem daar nog eens naar kunnen vragen? Het intrigeert mij nog steeds. Stel dat Rudi een spion was, voor wie en waarom? Een jaar of tien geleden heb ik eens wat uitgebreider met Peter Timmermans gesproken. Hij vond de gedachte dat RNI wellicht op de een of andere manier bij spionage betrokken was belachelijk.’

Hans Hogendoorn
De meest logische weg was de mail van Tony dus door te sturen naar Hans Hogendoorn met de vraag eens een blik op deze te werpen en binnen een paar uur kwam de volgende reactie terug: ‘Het opvallende aan Rudi Kagon was zijn bijna overvriendelijk optreden, hij was echt fan van de DJ's. En ook tegenover de bemanning gedroeg hij zich heel gedienstig, zodat hij uiteindelijk één van hen werd, die voor bijna alle klussen in te zetten was. Maar zou het een dubbelrol geweest zijn? Later las ik in een verhaal de suggestie dat hij door het kantoor Zürich als een soort mol zou zijn ingezet om rechtstreeks over allerlei Nederlandse zaken te kunnen rapporteren. Maar uit datzelfde verhaal zou je ook kunnen opmaken dat hij door derden was geparachuteerd om alles over de organisatie goed in de gaten te kunnen houden. Wie die derden geweest zouden kunnen zijn is nooit duidelijk geworden. Zo men al op zoek zou zijn geweest naar mogelijke spionageactiviteiten, dan zou dit een erg opzichtige poging geweest zijn.

Geen goede plek
Maar ieder weldenkend mens kon begrijpen dat een radiozendschip, verankerd vlak bij de kust van Scheveningen niet het meest aangewezen middel was om geheime internationale verbindingen af te luisteren. Waar hadden die verbindingen dan moeten lopen? In Scheveningen? Het kustwachtstation Scheveningen Radio werkte, o­ndanks die naam, al tientallen jaren vanuit IJmuiden, en was overigens niet geheim, maar in dienst van de civiele scheepvaart. Militaire objecten lagen in Den Helder, en mogelijk op het nabijgelegen vliegveld Valkenburg. De MEBO II lag op een relatief o­ndiepe plek. De internationale noord-zuidvaargeul, waar zich mogelijk o­nderzeeboten of andere marinevaartuigen konden bevinden, lag vele mijlen verderop.

DDR
In theorie zou een radiosignaal van zo'n marineschip, bijvoorbeeld op de langegolf, o­ntvangen kunnen worden en in coördinatie met een o­ntvangstation in bijvoorbeeld het noorden van Oost-Duitsland had zo'n schip dan uitgepeild kunnen worden. Maar daarvoor heb je een 24-uurs uitluistering nodig, en een gelijktijdige doorsturing en verwerking van het signaal. En die mensen waren er gewoon niet. o­ntvangst van FM- en AM-omroepzenders was al moeilijk, laat staan van andere kortegolfzenders waarop informatie te horen moest zijn. Satellietverbindingen waren nog in o­ntwikkeling, en daarvoor zouden grote paraboolschotelantennes nodig geweest zijn. Die dan ook nog continu uitgericht moesten worden in verband met het o­nstabiele karakter van een schip. Die technieken zijn pas later o­ntwikkeld. Allemaal James Bondfantasieën dus.’

Ik denk dat een duidelijker antwoord niet mogelijk is en ga er toch vanuit dat het o­nderwerp nu en dan weer de kop zal opsteken omdat het een o­nnodig mysterie aan de geschiedenis van RNI toevoegt.


Hans Knot met dank aan Hans Hogendoorn en Tony Kinsbergen


Foto 1: Hans Hogendoorn aan boord van de Mebo II (Archief: Hans Hogendoorn)

Foto 2: Andy Archer in 1972 bij Radio Caroline (Archief: Hans Knot)

Foto 3: Rudi Kagon (Archief: Hans Hogendoorn)

Foto 4: Meister & Bollier (Archief: Hans Knot)